vrijdag 11 november 2011

interview "Hein Decaluwé"

Interview “Hein Decaluwé”
Domein:  
Situationeel bepaalde taalvariatie: stijl en register
Studente: Coorevits Annelies, 1 NE D
                                            
Hein Decaluwé is de presentator van het radioprogramma 'Inspecteur Decaluwé' bij Radio 2. Elke ochtend van 8 tot 9 uur. Het is een consumptieprogramma waarin onderwerpen zoals “Hebben wij een persoonlijk luchtruim?”, “Groepsaankoop voor energie niet altijd het voordeligst”,  … worden besproken.

Hein en Radio 2
Welke opleidingen heeft u gevolgd?
“Ik heb Germaanse filologie gevolgd. Rond de leeftijd van 13 jaar ben ik begonnen in het Deeltijds Kunstonderwijs  (DKO) waar ik de lessen voordracht volgde op zaterdagochtend. Nu geef ik er zelf les, Taal en Repertoire.”

Hoe bent u bij de radio terechtgekomen?
“Na mijn Germaanse studies ben ik begonnen aan de studie Theaterwetenschappen. Ik had me toen ook ingeschreven voor een open sollicitatie bij Radio 2. Ik werd uitgenodigd. De auditie bestond uit een stemtest, een schrijfopdracht en een gesprek met mijn huidige baas. Ik ben in augustus ’99 als radiopresentator begonnen bij Radio 2 en ben dan gestopt met Theaterwetenschappen.”

Welke bijkomende opleiding heeft u gevolgd met radio als oogpunt?
“Eigenlijk geen, het Deeltijds Kunstonderwijs heeft me wel een goede basis gegeven. Ik heb geen specifieke opleiding m.b.t. radio gevolgd. Radio was mijn hobby. Ik heb wel door de jaren heen managementcursussen gevolgd, wat ik nodig achtte als teamleider.”

Doet u buiten de presentatie van uw radioprogramma nog andere dingen?
“Ik ben ook de producer van mijn programma. Ik ben teamleider van een redactie van 3 tot 4 mensen. Behalve het radiowerk, doe ik ook de vormgeving van Radio 2. Maar ook voice overwerk.”
Wat is voice overwerk?
“Het inspreken van aankondigen, bijvoorbeeld de aankondigen van Radio Klara op Canvas.”

Taalregisters en taalstijl
Welke taalregisters kunt u halen uit uw professioneel leven, maar ook uit uw privéleven?
“Er zijn verschillende taalregisters, voorbeelden zijn de taal die ik gebruik als ik met mijn kinderen praat (2,5 en 4 jaar), als ik met mijn vrouw praat, met mijn collega’s, als ik een vergadering leidt, als ik microwerk doe…”

Welke taalstijl hebben die taalregisters? Zijn ze uiteenlopend of staan ze dicht bij elkaar?    
“Voor microwerk gebruik ik een Algemeen Nederlands dat een persoonlijke ondertoon heeft, maar als ik omga met vrienden en ouders zal ik eerder een taal hanteren die zich situeert tussen het AN en tussentaal. Bij vergaderingen gebruik ik een zakelijk AN, dan spreek ik 12 mensen aan. Voor microwerk als presentator is dit een AN dat minder zakelijk is. Je spreekt mensen aan die zich in een bepaalde situatie bevinden: op weg naar het werk, op het werk, iemand die brood koopt, iemand die de kinderen naar school brengt… Dus je moet toch ‘persoonlijker’ klinken. Ik spreek de mensen niet persoonlijk aan, maar ik zie mijn luisteraars als 800.000 maal 1 persoon, 1 grote groep onderverdeeld in verschillende kleinere subgroepen. Ook als ik met mijn baas praat dan is dat nog op een andere  manier dan wanneer als ik met mijn collega’s praat of zoals wij nu praten. Er is dan een zakelijkere sfeer, ik doe bijvoorbeeld een voorstel over een programma, dus ga ik sowieso zakelijker of afstandelijker praten.
Die taalstijlen liggen wel dicht bij elkaar. Ik praat steeds in het AN. Je kunt eerder spreken van nuanceverschillen.”

Wat is uw favoriete taalregister?
“Dat is moeilijk om te zeggen, ik heb geen favoriet taalregister omdat ik vind dat je nu eenmaal verschillende registers hanteert. De taal die je hanteert bij je kids is toch nog altijd helemaal anders dan je met je baas praat. Je gebruikt andere woorden, andere intonatie, de afstand is groter.”

Hoe kunt uw professionele spreekstijl het best omschrijven? Waar ziet u voor uzelf de verschillen hierin?
“Als presentator gebruik ik mijn eigen stem. Ik hanteer AN dat persoonlijker klinkt dan bijvoorbeeld voice overwerk, dat zuiver technisch praten is. Bij vergaderingen spreek ik zakelijk terwijl ik bij collega’s dan toch meer ontspannen zal praten.”

Kunt u een evolutie vaststellen bij uw taalregisters?
“Niet echt, vanaf het begin had ik mijn eigen stijl in gedachten, natuurlijk wordt die net bij leren fietsen een ‘vingergevoel’ met de jaren. Het nadenken erover valt weg en het wordt een automatisme.”

Hebben bepaalde taalregisters die u in uw professionele leven hanteert, ook invloed op uw eigen persoonlijke spreekstijl?
“Eigenlijk niet, mijn taalgebruik in de verschillende registers is zeer gelijkend.”
Bent u opgevoed in het AN?
“Ja, ik heb wel bij de jeugdbeweging in Deinze dialect proberen spreken, maar dat is me nooit echt gelukt, ik ben niet verder gekomen dan tussentaal.”
Denkt u dat er daarom weinig verschillen zijn in de stijl van uw verschillende taalregisters?
“Dat is inderdaad mogelijk, AN is een automatisme voor mij, het is me aangeleerd als kind.”

Wat is uw visie op het gebruik van dialect, bijvoorbeeld op radio of tv?
“Mijn persoonlijke visie vind je terug in mijn programma, men moet mij verstaan in alle Nederlands sprekende domeinen, mijn programma moet direct kunnen gebruikt worden in een les Nederlands. Mijn taal moet verstaanbaar zijn voor iedereen, ze moet probleemloos over de ‘grenzen’ heen kunnen gaan.”
Is dit een bewuste visie? “Ja.”

Heeft u een evolutie ondervonden in het taalgebruik op radio en tv?
“Tijdens de jaren dat ik werk, niet. Maar veel vroeger was het gebruik van het Nederlands zeer statisch. Op de radio was de maatstaf dat er een perfect, accentloos AN werd gehanteerd. Nu is taal iets dat leeft. Nu worden lichte accenten getolereerd. Ik vind het voor mezelf dan ook een uitdaging om telkens het bewijs te leveren dat het Nederlands geen ‘stijve of vaste’ taal is.”▪

4 opmerkingen:

  1. Een heel leuk interview!
    Ik zou zelf niet weten hoe ik dit onderwerp zou moeten behandelen, maar jij hebt dit schitterend gedaan.

    Hein Decaluwé is een bekende Vlaming en je hebt hem persoonlijke vragen durven stellen. Door zijn werk heeft hij nood aan verschillende taalstijlen en taalregisters. Het is mooi dat hij ons ook duidelijke verschillen kan aangeven ter illustratie.

    De keuze van je vragen is persoonlijk doch relevant. Ze zijn zeer gericht op het werk dat hij doet, maar dit stoort zeker niet. Ze geven ons weer voorbeelden waardoor de termen taalstijl en taalregister duidelijk worden.

    Tot slot heb ik een kleine tip: probeer zelf in hetzelfde taalregister te blijven bij je vraagstelling. Je verandert soms tussen u en je.
    Vb.: "Doet u buiten de presentatie van je radioprogramma nog andere dingen?"

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een goed interview, proficiat!

    Het is eens iets anders om een interview te lezen waarbij ik niet alleen de interviewer ken.
    Daarom was het ook goed dat je eerst enkele vragen stelt over het werk en voorkennis van Hein Decaluwé en pas daarna overgaat naar de essentie. De afbakening met 2 tussentitels is dan ook heel belangrijk en duidelijk hier.
    De vraagstelling is ook goed uitgewerkt, er wordt goed doorgevraagd, de vragen zijn gericht, maar het onderwerp staat toch duidelijk centraal.
    Toch zie ik dat er enkele ja-neevragen in het interview zijn geslopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik vind de keuze voor Hein Decaluwé ook leuk, ik ken het programma evenwel niet maar dit is vast een van de meest originele experts die ik heb gezien op de blogs. Bovendien kan ik het wel appreciëren dat je die gesloten vraag hebt behouden in je interview: dit zet de visie die hij meegeeft in de overige antwoorden extra kracht bij, vind ik.

    Ook ik vind dit onderwerp - net als Myrte - geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, omdat hier heel wat subjectieve meningen het daglicht zien. Een item als de taalgrens, bijvoorbeeld, is in die zin iets objectiever weer te geven omdat je het daar over historiek hebt.

    Je hebt de expert duidelijk aan de tand gevoeld. Dit merk je zichtbaar aan het interview dat ondanks de lengte leest als een trein. Goed gedaan!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeer boeiend en informatief interview. Taalfouten: woordorde, zinssamenhang, dt-fout, woord ontbreekt.

    BeantwoordenVerwijderen